De Heren van Valkenburg “Gozewijn III” (1168-1180)
Valkenburg, 28-08-2006
Gozewijn III werd rond 1125 geboren en is de oudste zoon van Gozewijn II en Adelheid von Sommerschenburg, de dochter van Paltsgraaf Friedrich I von Sachsen.Hij volgde in 1168 zijn vader op als heer van Valkenburg en verwierf dankzij de vele veldtochten naar Italië aan de zijde van Keizer Friedrich Barbarossa een groot aanzien. Met name in de strijd van de Keizer tegen de machtige steden van Lombardije (Noord-Italië) heeft Gozewijn een belangrijke rol gespeeld. Hij neemt in 1154 deel aan de 1e veldtocht naar Italië en wordt genoemd in twee akten die in 1155 in Tivoli en Trient werden opgesteld. In 1157 is hij weer thuis (Heinsberg/Valkenburg). Keizer Friedrichs 2e veldtocht naar Italië in juni 1158 zou Gozewijn tot grote eer voeren.Toen de Keizer in 1158 te Monza de huldiging van de ridders der graafschappen Martesana en Seprio in ontvangst nam, verleende hij deze beide graafschappen aan onze Gozewijn, als beloning voor de door hem bewezen diensten. Hiermee kreeg Gozewijn de functie van “podestas”dit is de gevolmachtigde van de Keizer (wij zouden gouverneur zeggen) in de hem toegewezen gebieden. Vooral van Milaan had de Keizer veel last. In 1159 belegerden 20.000 Milanese soldaten de burcht Erba en sloten ze in. Gozewijn meldde dit aan de Keizer, die besloot om 500 ridders met hun getrouwen ter hulp te zenden. Echter nog voordat deze hulptroepen introffen, trok Gozewijn op tegen de Milanezen, die uit vrees, dat de Keizer met zijn leger tegen hen zou optrekken naar Milaan terugkeerden. Gozewijn zette hen na en maakte, behalve rijke buit, veel gevangenen. De strijd in Italië duurde onverminderd voort en in Juli 1161 nam Gozewijn de burcht Biandrone in, welke hij verwoestte. In 1164 keert de Keizer naar Duitsland terug, maar hij liet Gozewijn als gevolmachtigde in het graafschap Serpio achter. Het graafschap Martesana werd toevertrouwd aan een zekere Ruinus. Aan het einde van het jaar 1165 brengt Gozewijn persoonlijk verslag uit aan de Keizer inzake de situatie in Italië. Op 22 februari 1166 bevindt Gozewijn zich te Neuss waar hij als getuige optreed in een door aartsbisschop Reinoud van Dassel uitgevaardigde oorkonde. Dat Gozewijn en zijn familie in hoog aanzien bij de Keizer stonden moge verder blijken uit het feit, dat Gozewijns broer Philip van Heinsberg als aartsbisschop van Keulen in 1167 door de Keizer tot Rijkskanselier wordt benoemd. In 1168 overlijdt Gozewijns vader (Gozewijn II) en neemt Gozewijn III, als oudste zoon, het bestuur over zijn Valkenburgs gebied in handen, terwijl hij ook zijn rechten en plichten als voogd over Meerssen begint uit te oefenen. Als in de herfst van 1174 Keizer Frederik Barbarossa voor de 5e maal naar Italië trekt, heeft Gozewijn III hem opnieuw vergezeld of is hij hem later gevolgd. De strijd verliep slecht voor de Keizer en op 29 mei 1176 leed hij in de slag bij Lengano een nederlaag tegen de Italianen. Bij deze gelegenheid werd Gozewijn door de Milanezen gevangen genomen, zoals blijkt uit een brief van de stad Milaan aan de stad Bologna, waarin Gozewijn als broeder van de aartsbisschop van Keulen wordt aangeduid. Na de vrede van Venetië die op 24 juli 1177 werd gesloten kwam hij vrij en keerde naar Valkenburg terug. Op 11 april 1179 is Gozewijn te Selz, waar hij een laatste keer als getuige wordt opgevoerd, in enkele oorkonden die de Keizer ten gunste van Gozewijns broer Philip laat opstellen. De exacte sterfdatum van Gozewijn III is niet bekend, maar uit een oorkonde die met enige zekerheid rond 1180 wordt gedateerd en die door aartsbisschop Philip van Keulen is opgesteld, blijkt dat Gozewijn III door zijn zoon Gozewijn (IV) wordt opgevolgd. In de betreffende akte wordt namelijk beschreven dat Philip met toestemming van zijn schoonzuster Sophia en haar dochter Aleidis, aan Philips neef Gozewijn van Valkenburg, de “Villa Houthem” voor 100 Mark hebben verkocht. Deze “neef” kan niemand anders zijn dan de zoon van Philips broer Gozewijn III, wat betekent dat het bezit in Houthem aan Gozewijn IV is verkocht. Meer over Gozewijn IV in het volgende artikel van de Stichting Vestingstad Valkenburg.
Auteur: Marc Habets